Maak het mooier dan het is
Het concert twee jaar geleden in de Fonteinkerk in Drachten zit nog vers in het geheugen van Nootstroom, het twee jaar oude muziekcollectief van Friese professionele musici.
Net in de startblokken, speelden de dertig orkestleden op die vrijdagavond voor pakweg twintig man publiek. Bijna twee jaar later kijkt Nootstroom terug op een prachtige concertreeks. Samen met het Friese projectkoor Opus zorgde het in november voor maar liefst drie volle zalen in het Concertgebouw van Amsterdam, in Leeuwarden en in Groningen. In Surhuisterveen en Sneek blies het symfonisch orkest het uitzinnige publiek in een volle kerk en Theater een week later weg met een Feestelijke Opera Gala. Wat is er gebeurd?
Gerbrich van der Meer
Arnaud Oosterbaan kan het zich nog levendig voor de geest halen. Die avond in april 2017 in de Fonteinkerk van Drachten. Ettelijke folders waren uitgedeeld, advertenties hadden in de krant gestaan, maar toch speelde het kersverse en supergemotiveerde orkest voor een bijna lege zaal. ,,’As it sa giet, is it miskien better en hâld der mar mei op’”, reageerden een paar orkestleden teleurgesteld. De dirigent zag het anders. ,,Het orkest had met dit concert muzikaal zo’n enorme sprong gemaakt. Ik was vooral heel blij. Sterker nog: hadden we voor een uitverkochte zaal gespeeld, maar had ik geen muzikale voortgang gevoeld, dan was Nootstroom voor mij niet levensvatbaar geweest.”
Dat er wat met de marketing van het orkest wat moest gebeuren was wel duidelijk. ,,We waren wat de concerten betreft te vaag geweest in onze pr. Alles moet met naam en toenaam worden genoemd, weten we nu. Dan weet het publiek ook waar hij aan toe is.”
Nootstroom is het dierbare geesteskindje Arnaud Oosterbaan (1981) uit Wolvega, die in zijn twintigjarige loopbaan al diverse orkesten in binnen- en buitenland heeft gedirigeerd. In 2010 won de nu in Surhuisterveen woonachtige dirigent de prestigieuze Anton Kersjes prijs, een prijs voor uitzonderlijke talenten in de klassieke muziek. Daarna ging het hard. Al snel werd Oosterbaan benoemd tot ‘Assistant in Residence’ bij de Nederlandse Reisopera. Twee jaar later kreeg hij als debuterende operadirigent lovende recensies op zijn uitvoering in het Concertgebouw van Mozart’s Cosi fan Tutte met het Orkest van het Oosten. Ook andere professionele orkesten en operahuizen in binnen- en buitenland wilden zich graag door hem laten dirigeren. Concerttournees brachten hem zelfs naar Duitsland, Spanje, Zwitserland en Zweden. Geweldig natuurlijk, glimlacht Oosterbaan. Maar langzaam maar zeker begon het ook te knagen. ,,Als je carrière wilt maken, moet je naar het buitenland, zei mijn agent. Maar ik was dat gereis en dat verblijf in de hotels in 2014 zat. Ik zag dat echt niet zitten. Ik wilde gewoon graag een kindje en in Fryslân een toekomst opbouwen met mijn vrouw Josephine.” Een poosje later viel een envelop met een uitnodiging van het Koninklijk Huis op de mat. Of hij samen met andere gelauwerde dirigenten en directies van de professionele orkesten wilde deelnemen aan een bijeenkomst over de toekomst van het orkest? ,,Daar liep ik in rokkostuum gewichtig te doen met mijn collegae. Twintig jaar werk je ergens aan, maar was dit wat ik wilde? Daar merkte ik heel duidelijk hoe het maatpak me letterlijk en figuurlijk beknelde. Ik wilde contact maken met mijn publiek, mensen in hun kracht zetten, ik wilde conventies kunnen loslaten om de kern te raken, maar ik voelde in deze context zo weinig ruimte.” Hij kon op die manier niet verder gaan, voelde hij. ,,Ik had bredere kaders nodig.”
,,Begin een eigen orkest in Fryslân, zei mijn vrouw. Maar daar was ik huiverig voor. Uit de praktijk weet ik dat veel dirigenten een eigen orkest opbouwen uit lijfsbehoud, en dat wilde ik niet.” Maar daarmee was Josephine niet overtuigd. ,,Met een eigen orkest kon ik immers mijn hart volgen en zorgen voor de broodnodige muzikale ruimte waarnaar ik en, zo wist ik, veel Friese professionele musici verlangen.”
Sinds het Frysk Orkest in 1989 door het veelbesproken Herenakkoord opging in het Noord Nederlands Orkest was er in Fryslân geen uitvoeringsplek meer voor beroepsmusici. Hun sterke binding met hun (culturele) leefomgeving had geen uitlaat.
Tegelijkertijd zijn de tijden veranderd, vertelt Oosterbaan. ,,De liefde voor de klassieke muziek of eigen culturele uitingen vraagt om nieuwe manieren om het hart van de mensen te beroeren. Daarin speelt de communicatie tussen musici en publiek een grote rol.”
In zijn orkest zou het niet zozeer gaan om perfectie, maar vooral om passie, ,, om muzikaal jezelf te worden. Om trouw te zijn aan wat er voor moois er dichtbij om je heen gebeurt. Dan gebeuren er wonderen.”
Met zijn vrouw maakte hij de afspraak dat hij een jaar lang zou proberen om zijn droom waar te maken. De lancering van orkest Nootstroom, -een veelbetekende naam -, werd een fluitje van een cent. Binnen twee weken had Oosterbaan een enthousiaste groep musici om zich heen waaronder klarinettist Jannie Reijenga. Doel? De musici én het publiek boven zichzelf uit te laten stijgen. Reijenga herinnert zich de eerste sessie nog goed. ,,De earste brainstoarmsessy wie yn in romte fan ’e Mennistetsjerke fan Surhústerfean. We wiene mei in stik of tsien entûsjaste musisi. De stuollen moasten út it hok helle en suver earst noch skjinmakke. En dan sitte jo twa jier letter mei dyselde groep yn it Konsertgebou!”
In januari 2017 ging Nootstroom online en waren er de eerste concerten, met die grote deceptie in Drachten dus. Moesten ze wel doorgaan?, vroeg een aantal musici zich af na afloop van het concert, zo vertelt de artistiek leider. ,,‘Aanst bart it wer’, zeiden ze. Maar daar was ik niet bang voor. Wat wil je, zei ik hen. We zijn nog maar net begonnen.”
In het afgelopen jaar is hard gesleuteld aan de site en de marketing. Als een mol groef Oosterbaan zich een pad in Fryslân en ging onder meer bij mogelijke partners en subsidiënten langs. Ook kwam Koorproject Opus op zijn weg, een Fries projectkoor van geschoolde amateurs en professionals uit Noord-Nederland. Oosterbaan werd artistiek leider. Al snel besloot hij Nootstroom en Opus, ,, echt een fantastisch koor”, gezamenlijk op te laten trekken. ,,’Zullen we dit najaar een concert geven in het Concertgebouw?’, zei iemand gekscherend. Dat gaan we doen, zei ik. Dromen zijn er om waar te maken. Kijk, je kunt het Concertgebouw afhuren, maar dat wilde ik niet. Ik wilde opgenomen worden in de officiële programmering. Maar dan moet je wel aan allerlei voorwaarden voldoen. Je moet kopstukken hebben in het programma en een echt topniveau. Met grote dank aan de Eisma Media Groep kon alles in gang worden gezet.”
En zo klonk op 11 november in het Concertgebouw de dodenmis Requiem for an Angel van Paul Carr (1961), uitgevoerd door Opus, Nootstroom en de solisten Jeanette van Schaik en Raoul Steffani. De Engelse componist en operaregisseur zat die avond in de zaal. ,, ‘Arnaud’, had hij tegen me gezegd, ‘jij bent de regisseur. Doe wat je wilt. Maakt het mooier dan het is.’” Woorden naar zijn hart. ,,In onze muziekcultuur zijn we gewend om koor- of orkestwerken volgens vast stramien uit te voeren. Maar ieder koor of orkest is anders. Ik had bijvoorbeeld gemerkt dat er iets moois gebeurde bij de sopranen als ze net iets sneller zongen. Daar ga ik dan in mee.”
Wat zijn geheim is? ,,Gewoon spelen is niet goed genoeg. Het gaat erom dat je jezelf meeneemt.” Het is ook veel met elkaar praten, weten waar de ander mee bezig is. ,,Toen Opus en Nootstroom voor het eerst samen repeteerden, heb ik beide partijen gevraagd om in de pauze actief naar elkaar op zoek te gaan. Als je open staat voor ontmoeting, als je elkaar begrijpt, hoor je dat in de uitvoering.”
Na de laatste repetitie van het requiem vroeg Oosterbaan sopraan Jeanette van Schaik of ze volgend jaar eventueel weer mee wilde doen in een project. ‘,,Maar ik heb me met het concert nog niet eens bewezen”, reageerde ze.” Dat is het dus ook: vertrouwen geven, in iemand geloven.”
Nootstroom is voor klariniste Reijenga echt een cadeautje. ,,It is sa bysûnder om mei minsken dy’t deselde drive hawwe moaie muzyk te meitsjen. Datst dat wat it mei dysels docht oer bringe meist op de oare.”
Levend organisme
,,Ja, inderdaad, je kunt een koor of orkest zien als een levend organisme” reageert Oosterbaan. ,,Mijn taak als dirigent is om dat organisme de ruimte te geven zodat hij vrij kan ademen.” Daarbij wil hij geen eenheidsworst. ,,Natuurlijk moet je in zekere zin wel dienstbaar zijn aan het geheel, maar niet in de zin van dienstbaarheid aan de traditie, van onderdanigheid aan kunst die boven alles is verheven. Dat zet vast. Kunst is een middel om iets prachtigs te beleven. Ik vraag me dus steeds af: hoe kan ik een muziekwerk zo tot leven brengen dat het harten beroert.”
Opera
Als operadirigent ligt er in Fryslân dan nog wel een taak, glimlacht hij. De opera’s liggen in Fryslân niet voor het oprapen. Dat de Harlinger musicus Martinu Schuil in de negentiende eeuw opera’s schreef, had alles te maken met zijn verblijf in Brussel. Ook later zijn er maar mondjesmaat opera’s uitgevoerd in Fryslân.
De Italiaans Opera Gala’s in Surhuisterveen en Sneek waren een feestje, vertelt Oosterbaan. De kerk De Flambau en Theater Sneek waren in het weekend van 17 en 18 november omgetoverd tot ware Italiaanse operahuizen met rode loper en een glaasje prosecco vooraf. Tijdens het concert was er veel interactie tussen hem en het publiek. Niet alleen na afloop, maar ook tijdens het klinken van de muziek werd er geapplaudisseerd. ,,It wie in geweldige erfaring foar alle partijen, vertelt Reijenga enthousiast. ,,Se stiene net letterlik op de banken, mar sa fielde it wol.” Oosterbaan: ,,Ik was apetrots.”
Inmiddels staat het programma voor 2019 alweer in de steigers. Op vrijdag 21 juni speelt Nootstroom het gedicht The lark Ascending van componist Vaughan Williams in de tuin van uitgever, leverancier van ramsj en kunstverzamelaar Steven Sterk. ,,Om vijf uur ’s ochtends, samen met het ontwaken van de leeuwerik in natuurgebied de Deelen.” Eind dit jaar laten Nootstroom en Opus opnieuw van zich horen in het Koninklijk Concertgebouw. Voor 2020, het jaar dat de eerste biënnale wordt gehouden, heeft Nootstroom ook een groots gemeenschapsproject in petto: een openluchtopera over de belevenissen van een oud vissersdorp. Locatie: het Noorden van Fryslân.
Voor Arnaud Oosterbaan is het deze jaren erop of eronder. Dat geldt ook voor Nootstroom en inmiddels Opus. ,,Wij hebben onze toekomst in eigen handen.”